Lang niet altijd beter af met werkelijk rendement in box 3
Historisch gezien zijn er maar weinig jaren geweest waarin het werkelijke rendement in box 3 lager uitviel dan het forfaitaire rendement. Dankzij een uitspraak van de Hoge Raad kunnen belastingplichtigen nu echter kiezen: betalen ze belasting over hun werkelijke behaalde rendement, of houden ze vast aan het fictieve rendement? We zetten het hieronder even op een rijtje:
Wat is fictief rendement?
In het huidige belastingstelsel maakt de wet onderscheid tussen bank- en spaartegoeden en ‘overige bezittingen’ zoals beleggingen en vastgoed. Het fictieve rendement dat wordt belast, wordt jaarlijks vastgesteld door de Belastingdienst. Voor ‘overige bezittingen’ varieert dit fictieve rendement sinds 2017 tussen de 5,2% en 6,2%.
Hoe wordt het werkelijke rendement berekend?
Volgens de regels van de Hoge Raad gelden de volgende uitgangspunten voor het werkelijk rendement:
Directe opbrengsten, zoals huur, rente en dividend, zijn belast.
Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde waardestijgingen worden meegenomen.
Kosten zijn niet aftrekbaar, maar betaalde rente wél.
Er is geen heffingsvrij vermogen en verliesverrekening is niet toegestaan.
Dit maakt dat het werkelijk rendement vaak hoger uitkomt dan het fictieve rendement, tenzij er sprake is van verliezen of lage directe opbrengsten.
Keuzemogelijkheid in de praktijk
De Belastingdienst informeert betrokken belastingplichtigen via een brief over de mogelijkheid om hun werkelijke rendement door te geven. Vanaf zomer 2025 is hiervoor een formulier beschikbaar. Toch is het belangrijk goed te berekenen of deze keuze gunstig uitpakt.
Voorbeeldsituaties
1. Aandelenbeleggingen
Joep belegde in 2021 €1.000.000 via een vermogensbeheerder. Zijn rendementen:
Jaar | Werkelijk rendement | Fictief rendement |
---|---|---|
2021 | 8,1% | 5,69% |
2022 | -2,3% | 5,53% |
2023 | 7,8% | 6,17% |
In 2022 was het werkelijk rendement negatief, en daarom kan Joep de belasting over dat jaar terugvorderen. Voor 2021 en 2023 is het fictieve rendement gunstiger.
2. Vastgoedbeleggingen
Floortje investeerde in drie verhuurde appartementen en financierde €450.000 met een lening tegen 3% rente. De WOZ-waardeontwikkeling:
Jaar | Werkelijk rendement | Fictief rendement |
---|---|---|
2021 | 6,5% | 5,69% |
2022 | 6,0% | 5,53% |
2023 | 5,8% | 6,17% |
In 2023 is het werkelijk rendement lager dan het fictieve rendement, mede door de kosten van de lening. Floortje kan daardoor €5.959 terugvorderen.
3. Combinatie van aandelen en vastgoed
Edwin heeft een mix van aandelen en vastgoed. Zijn rendementen:
Jaar | Werkelijk rendement | Fictief rendement |
---|---|---|
2021 | 7,5% | 5,69% |
2022 | 4,9% | 5,53% |
2023 | 6,2% | 6,17% |
In geen van deze jaren is het werkelijk rendement lager dan het fictieve rendement, waardoor Edwin geen gebruik zal maken van deze keuzemogelijkheid.
Gevolgen voor de schatkist
De keuzeoptie betekent een verwachte derving van circa € 6,4 miljard voor de schatkist in de periode 2017-2024. Dit bedrag kan lager uitvallen doordat de waardestijgingen op de beurzen en in de vastgoedmarkt veelal hoger waren dan het fictieve rendement.
Toekomstig box 3-stelsel
Vanaf 2027 wil het kabinet overstappen naar een nieuw box 3-stelsel, waarbij uitsluitend het werkelijk behaalde rendement wordt belast. Anders dan nu zal dan ook kostenaftrek mogelijk zijn. Toch kan dit systeem in jaren met hoge rendementen leiden tot een fors hogere belastingdruk, omdat de keuze voor het fictieve rendement vervalt.
Een opvallend voorbeeld is Edwin: op basis van zijn resultaten in 2023 zou de belastingdruk in het nieuwe stelsel bijna verdubbelen. Dit staat haaks op de veelgehoorde wens om belasting te betalen over werkelijk behaalde winsten.
Conclusie
Hoewel de uitspraak van de Hoge Raad een welkome keuze biedt, blijkt dit in de praktijk vaak alleen gunstig in jaren van lage of negatieve rendementen. De meeste mensen blijven voorlopig beter af met het fictieve rendement.
De invoering van een nieuw box 3-stelsel zal meer recht doen aan werkelijke rendementen, maar tegelijkertijd de belastingdruk verhogen in jaren van hoge winsten. Voor belastingplichtigen wordt het dus nog belangrijker om hun financiële keuzes zorgvuldig te plannen.